Spring naar inhoud

Hoge onttrekking uit gasopslagen

De winter van 2024/2025 kenmerkte zich doordat meer gas uit gasopslagen is onttrokken dan kan worden verklaard op basis van temperatuur alleen. De leveringszekerheid van gas is niet in het geding geweest. Met een vulgraad van 21% aan het einde van de winter, vormt het tijdig vullen van seizoensopslagen voor de winter van 2025/26 een zorgpunt.

Tussen half oktober 2024 en begin februari 2025 is ruim 30 TWh meer uit de Nederlandse gasopslagen geproduceerd, dan op basis van de temperatuur mag worden verwacht. Dit is het gevolg van de commerciële afwegingen die marktpartijen maakten bij het beleveren van de markt. Deze extra onttrekking betekent dat circa een kwart van het opgeslagen volume is geproduceerd als vervanging van ander aanbod.

De winter van 2024/2025 behoort tot de drie warmste winters in de afgelopen 30 jaar. Een aantal koudere periodes deze winter heeft geleid tot een tijdelijk hogere gasvraag, maar over de hele winterperiode was dit additioneel gasvolume gering.
Ook periodes met minder wind en zon (‘dunkelflaute’) hebben geleid tot een extra inzet van gascentrales om zodoende het elektriciteitssysteem te balanceren. Ook hier was het leveren van flexibiliteit essentieel, maar het extra gasvolume te gering om de hogere inzet van gasopslagen te verklaren.

Zoals vermeld in het ‘Overzicht leveringszekerheid’ dat in september 2024 is gepubliceerd, “volgt uit de GTS-analyse een minimaal benodigd volume in seizoensopslagen van 110 TWh aan het begin van het winterseizoen 2025/26”.
Dit volume is gebaseerd op de criteria die wettelijk zijn vastgelegd”. Hierbij wordt uitgegaan van ontwikkelingen in de gasmarkt en het temperatuurverloop in een koud jaar, met extreem lage wintertemperaturen.
Deze uitgangspunten zijn sinds het meest recente overzicht niet veranderd. De vulling van 110 TWh op per 1 november 2025 geldt dan ook onverminderd.

De capaciteit waarmee seizoensopslagen gevuld kunnen worden, vormt geen belemmering om de vulgraad op 1 november te halen. Een punt van aandacht is echter dat het verschil tussen de gasprijs voor de zomer en de winter het momenteel voor marktpartijen commercieel niet aantrekkelijk maakt om de seizoensopslagen aan te vullen met de benodigde 80 TWh. 

De minimale vulgraad voor seizoensopslagen heeft tot doel om leveringszekerheid te garanderen, ook in een extreem koud jaar. Hierbij is geen rekening gehouden met een langdurige uitval van aanbod. Het voorbereid zijn op een dergelijke gebeurtenis vereist aanvullende gasopslag, die ook in de zomer nodig kan zijn. Voor een dergelijke noodvoorraad moeten separate regels worden opgesteld, in Noordwest-Europees verband. Zie hiervoor ook onze reactie, sectie C,  op het concept-wetsvoorstel bestrijden energieleveringscrisis (WBE).